“Nou, dan krijg je een leeg bierviltje,” zegt mijn vriendin. Ik weet niet zo goed of ik daar nu wel of niet blij mee ben.
“Schrijf er in ieder geval een datum op,” zeg ik.
Mijn vriendin en ik hebben een mooie traditie. Ieder jaar in de eerste weken van januari komen we bij elkaar. We blikken terug op het afgelopen jaar en we delen onze verlangens voor het aankomende jaar. De een vertelt en de ander luistert en verwoordt het geheel op een bierviltje. Waarom een bierviltje? Tja, deze traditie is natuurlijk geboren in de kroeg.
Ik blik terug op afgelopen jaar. Een bewogen jaar waarin ik steeds meer kies voor mezelf. Met als kers op de taart een ceremonie waar ik mezelf trouw beloof. Ik heb niet geleerd om voor mezelf te kiezen. Ik kan mezelf heel goed wegcijferen en zelf een beetje onzichtbaar maken. “Ik ben meer een wij-mens,” zeg ik dan, “dus ja, heel logisch dat ik voor de groep ga en niet voor mezelf.” Maar dat is helemaal niet zo. Onder mijn aanpassing zit vaak angst om afgewezen te worden.
Met bewondering en afkeer kijk ik soms naar anderen. Wat is dat dan, voor jezelf gaan? Uiteindelijk gaat het voor mij om helemaal authentiek mogen zijn. Los van wat de ander vindt, doen wat ik voel en leven hoe ik wil leven. Iedere keer met liefde naar mezelf kijken en vanuit die liefde naar voren stappen en niet terughouden. Sinds de ceremonie draag ik een ketting om mezelf iedere dag liefdevol te herinneren aan mijn authenticiteit.
Het nadeel van trouw zijn aan mezelf is dat sommige dingen niet meer bij me passen. Dat is pijnlijk. Zo heb ik een einde gemaakt aan mijn relatie. Hoeveel liefde ik ook voel, mijn behoefte aan echte verbinding is groter. Daarnaast heb ik op mijn werk aangegeven alle tijd te willen hebben voor mijn praktijk. Het is een kleine baan die mij financiële zekerheid geeft, maar die mij ook remt in mijn creativiteit en liefde voor mijn praktijk.
En in dit proces van loslaten van mijn zekerheden zit ik nog steeds. In het begin voelde ik vooral de spanning in mijn armen. Mijn oude manier om met dit soort dingen overweg te gaan is toch vechten, mij groot houden, laten zien dat ik het wel kan.
Wat gebeurt er als ik die houding los laat? Wat als ik met alle liefde die ik voor mezelf voel, stil sta en ervaar? Ik ril en ik shake en ik voel de behoefte om dit ongemak zo snel mogelijk weer te niet te doen. In het stil staan voel ik mijn angsten. Wat als ik alleen over blijf? Wat als ik te weinig cliënten krijg? Mijn hoofd vindt het heel ongemakkelijk, dat wil graag het tempo bepalen en een nieuw plaatje van de toekomst maken waaraan ik me weer helemaal kan vasthouden.
Mijn lichaam vraagt juist om vertraging. Er is nieuwsgierigheid naar wat er onder de kramp van mijn armen zit. Ik voel een zacht wiegen, ik voel een liefdevolle beweging. En diep in mijn buik voel ik ook vertrouwen. Dit vertrouwen is ver weg gestopt en ik moet echt stil staan om te luisteren. Mijn buik vertelt mij dat ik gewoon mag vertrouwen op mijn capaciteiten, op alles wat er mag ontstaan. Juist in dit ongemak, in dit niet weten zit heel veel ruimte. Niet weten maakt dat ik mag voelen, ervaren ontdekken. Ik kan altijd naar rechts als links mij niet bevalt, of rechtdoor of gewoon nog langer stil blijven staan. De enorme bron van het niet weten woont in mijn buik.
“Tja,” zeg ik tegen mijn vriendin. “Vorig jaar zou ik gezegd hebben: ik wil een fijne relatie met diepe verbinding en ik wil een bloeiende praktijk. Maar dan zet ik het meteen weer vast; ik zie een plaatje voor me hoe dat eruit ziet. Iedere dag vier cliënten in een mooie ruimte met veel hout. En een grote integere man in een lekker warme trui.”
Maar dat wil ik toch niet meer, leven vanuit die plaatjes. Ik wil het leven vorm geven vanuit het niet weten. Met verwondering kijken naar wat het leven mij biedt, met een open houding al het moois en alle liefde voelen, maar ook al het ongemak.
Dan maar een leeg bierviltje.